In het grootste deel van de twintigste eeuw dacht men dat de menselijke geest een onbeschreven blad was dat opvoeding en cultuur naar believen konden beschrijven. De mens was een wezen dat volledig kneedbaar was, en ook de verschillen tussen de seksen waren gewoon aangeleerd en hadden niets met biologie te maken.
Intussen weten we dat dit niet klopt. Door de explosieve groei in tal van wetenschappelijke disciplines, zoals de neurowetenschappen, de cognitieve psychologie en de evolutiewetenschappen, weten we dat mensenbaby’s geboren worden met typisch menselijke neigingen, behoeften, emoties en leerprogramma’s. We beschikken dus over een gedeelde menselijke natuur, en die is het gevolg van vele miljoenen jaren evolutie door natuurlijke selectie. Die menselijke natuur is bovendien niet psychoseksueel neutraal. Er bestaan voorspelbare psychologische en gedragsmatige verschillen tussen jongens en meisjes en tussen mannen en vrouwen, als gevolg van seksuele selectie. De grotere mannelijk fysieke agressie en de grotere vrouwelijke seksuele kieskeurigheid zijn maar twee voorbeelden. Hoe die aangeboren neigingen zich precies ontwikkelen, hangt af van de omgeving. Biologie uit zich altijd binnen een bepaalde context.
Die wetenschappelijke inzichten dringen echter maar moeizaam door binnen het feminisme. Veel feministen hebben het niet begrepen op biologie. Ze verzetten zich vaak zelfs actief tegen een biologisch geïnformeerde kijk op de seksen. Ze verklaren sekseverschillen louter vanuit onze opvoeding en cultuur en houden biologische bevindingen zorgvuldig buiten het vizier. Hoe komt dat?
Houden we niet beter rekening met alle relevante wetenschappelijke informatie als we sekseverschillen willen begrijpen en meer inzicht willen krijgen in zaken als seksueel geweld of de genderkloof op de arbeidsmarkt? Een foutief mensbeeld leidt tot gebrekkige of zelfs foutieve analyses en probleemoplossingen. Als je seksueel geweld bijvoorbeeld verklaart als iets wat niets met seks maar alles met macht te maken heeft, zoals sommige feministen doen, sla je de bal niet alleen mis maar breng je vrouwen ook in gevaar. Een biologisch geïnformeerd feminisme staat wetenschappelijk veel sterker en zou veel meer mensen aanspreken. Het zou immers erkennen wat voor veel mensen de evidentie zelve is, namelijk dat er gemiddelde verschillen tussen de seksen bestaan. Vanuit dit inzicht zou het niet langer streven naar een 50/50-verdeling van de seksen in alle domeinen en geledingen van de maatschappij. Het zou streven naar een maatschappij waarin elke m/v/x zoveel mogelijk zijn of haar gewenste levenspad kan volgen, zonder dat daar onrechtvaardige gevolgen aan verbonden zijn.
Griet Vandermassen is germaniste, doctor in de wijsbegeerte en verbonden aan de Universiteit Gent. Ze is auteur van Dames voor Darwin. Over feminisme en evolutietheorie (2019), een grondige en sterk uitgebreide update van Darwin voor dames. Over feminisme en evolutietheorie (2005). Ze is coauteur van In Darwins woorden. Leven, werk en denken van Charles Darwin (met Chris Buskes en Ranne Hovius, 2009).
Comments are closed.